In plaats daarvan zal ze “omringd worden met de beste palliatieve zorgen.” Dat zegt dokter Marc Van Hoey, als arts verbonden aan het Zorgcentrum Antwerpen en collega van de behandelende arts van Amelie. “De keuze voor maximale stervensbegeleiding is gebeurd in samenspraak, na een uitgebreid gesprek tussen de behandelende arts met zijn zorgteam, de vroegere huisarts van Amelie, haar dochter en vertrouwenspersoon, en de patiënt zelf.”
Hoe die keuze er is gekomen, daarop wil Van Hoey niet ingaan. Volgens Danny Van den Dorpel, kleinzoon van Amelie, is het simpel: de behandelende arts zegt de procedure voor euthanasie niet in gang te willen zetten.
“De familie is aangeslagen”, reageert Danny. “Mijn grootmoeder blijft het ook herhalen: het enige wat ik wil, is sterven. Ze blijft haar hongerstaking doorzetten. We bekijken nu wat we willen doen, want dit is vreselijk voor haar. Moet zij nu echt een uithongeringsdood sterven? Geen enkele arts zal in het oog van de maatschappij euthanasie willen plegen.”
Nieuwe behandelende arts
“Dat zal afwachten zijn”, reageert Wim Distelmans, voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie. Hij heeft naar eigen zeggen erg te doen met de familie Van Esbeen-Van den Dorpel en heeft al zijn nummer gegeven om met hen te overleggen. “Wat niet wil zeggen dat ík het ga doen.”
Volgens de letter van de wet is het de behandelende arts die de euthanasieprocedure in gang moet zetten. Maar ook dat is een rekbaar begrip. “De behandelende arts is iemand die een voldoende arts-patiëntrelatie heeft opgebouwd”, zegt Distelmans. “Maar dat kan – als je het dossier goed kent – vrij snel. Ik krijg soms euthanasieaanvragen uit het buitenland. Ik zeg dan dat ik er niet op in kan gaan via de telefoon, maar dat ik, als ik die persoon een paar keer ontmoet, wel kan oordelen of ik aan het verzoek tegemoet kan komen.”
Het meest aangewezen om op te treden als behandelend arts is, volgens Distelmans, een LEIF-arts (LevensEinde Informatie Forum). Dat is een arts die een speciale opleiding euthanasie heeft genoten en ervaring heeft. Op dit moment treden LEIF-artsen meestal op als tweede of derde consultaire arts – een arts die moet bevestigen dat euthanasie aangewezen is.
Versnelde procedure
Volgens dokter Marc Van Hoey kan euthanasie bij Amelie nog versneld worden doorgevoerd. Een goed halfjaar geleden, toen ze voor het eerst om euthanasie vroeg, kon ze eventueel worden beschouwd als chronisch ziek. In dat geval zouden drie artsen in de euthanasieprocedure betrokken moeten worden, en zou er een maand bedenktijd nodig zijn. “Maar nu is mevrouw in hongerstaking”, zegt Van Hoey, “en zou je daardoor haar situatie als ’terminaal lijden’ kunnen zien. In dat geval zijn er maar twee artsen nodig, en geen wachttijd.”
Groot probleem nu, aldus Distelmans, is dat er maar weinig artsen met euthanasie-ervaring zijn en dat er heel wat schort aan de informatie die dokters daarover aan hun patiënten (kunnen) geven. “Daarom hoop ik dat de politiek snel iets onderneemt, zodat er meer duidelijkheid is. En voor Amelie hoop ik dat er snel een einde komt aan haar situatie.” Volgens de familie blijft ze haar wil om te sterven uitschreeuwen.
Sylvia MARIËN
ll Volgens Open Vld-
senator Jean-Jacques De Gucht is een hoorzitting over levenseinde in het algemeen en euthanasie in het bijzonder hoog op de politieke agenda geplaatst. “Het is met de zaak-Amelie weer duidelijk dat er hiaten in de euthanasiewetgeving zijn. Het wordt dringend tijd dat experts terzake in een hoorzitting die gaten toelichten. Naar ik hoor, komt die er snel.”
De Gucht heeft zelf een wetsvoorstel ingediend dat het verplicht moet maken voor artsen die om een of andere reden niet op een euthanasievraag willen ingaan, naar een andere arts doorverwijzen.
Het draagvlak voor uitbreiding van de euthanasiewet is groot. Ook andere politici, van verscheidene partijen, reageerden al op het verhaal van Amelie.
ll Mocht er inderdaad geen euthanasie-oplossing komen en blijft de vrouw in palliatieve zorg, dan is haar dood een kwestie van twee, drie weken. Dat zegt Wim Distelmans. “Zonder eten en drinken houdt iemand het gemiddeld zo lang uit. Maar verhongeren is één ding, verdorsten is veel vreselijker. Zo kan het misschien nog iets langer duren, maar ook niet veel.”