Door het inkrimpen van de cel Kunst en Antiek van de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) is de ophelderingsgraad van kunstroof tot nul procent gezakt. Dat verklaarde Lucas Verhaegen, referentiepersoon Kunstcriminaliteit van de FGP vandaag in de Senaat. Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) en Sabine de Bethune (CD&V), de initiatiefnemers van een informatieverslag over de problematiek, pleiten ervoor dat de cel Kunst en Antiek dringend versterkt wordt. De Senaat is gestart met hoorzittingen over de optimalisering van de samenwerking tussen de federale overheid en de deelstaten in de bestrijding van kunstroof. Maandag werden Patrick Ludinant, Directeur van de centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC) van de FGP en Lucas Verhaegen gehoord. Zij wezen op de gevolgen van de inkrimping van de cel Kunst en Antiek in 2015 van vier naar één medewerker. Daar waar in 2014 de ophelderingsgraad nog 6-7% bedroeg, is deze heden quasi herleid tot nul, erkende Verhagen.
De Bethune wees op de paradox dat terwijl er meer ingezet wordt op veiligheid, er totaal gedesinvesteerd in de strijd tegen kunstroof, “terwijl er toch banden kunnen zijn met georganiseerde misdaad en het terrorisme”. Verhaegen bevestigde dat er regelmatig roofkunst uit Syrië, Irak en Libië wordt aangeboden op de markt, zoals oude munten door de PKK. De opbrengst gaat rechtreeks naar de financiering van terrorisme. De Gucht herinnert eraan dat de strijd tegen het terrorisme één van de vijf prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan is. “Het spreekt voor zich dat het huidige personeelsbestand van één expert niet volstaat om deze rechtstreekse financieringsbron van terroristen proactief op te volgen”, besluit hij.
Sabine de Bethune pleit voor een cel met vier of vijf rechercheurs. Verhaegen suggereerde maandag om ook een douane-ambtenaar in de cel op te nemen. De CD&V’ster wil ook een referentiemagistraat bij het federaal parket.
Bron Metrotime 06.11.2017