‘De kunstensector zou minstens 25 procent eigen inkomsten moeten genereren.’ Met een aantal opmerkelijke amendementen wil oppositiepartij Open Vld het nieuwekunstendecreet een shot ambitie zetten.
“Een ontgoocheling.” “Een tussendecreet.” Jean Jacques De Gucht en Jo De Ro, beiden lid van de commissie Cultuur in het Vlaams Parlement voor Open Vld, schieten het nieuwekunstendecreet, dat vorige maand werd voorgesteld, in duidelijke bewoordingen af. “De politiek zou een nieuw kader voor de cultuursector moeten creëren, maar houdt nu gewoon de bestaande situatie in stand”, aldus De Gucht.Alternatieve financiering. Dat is volgens zijn partij de enige sleutel tot een ware hertekening van het Vlaamse kunstenveld. “De sector is nu te afhankelijk van subsidies. Zonder die te willen terugschroeven, willen we de cultuursector wel haar vrijheid teruggeven. En dat kan alleen als zij zelf meer eigen inkomsten genereert.” Het concrete voorstel tot amendement van De Gucht en zijn collega’s gaat behoorlijk ver. Een vierde van haar totale inkomsten moet de cultuursector in de toekomst zelf vinden, los van subsidies. “In andere sectoren en het buitenland kijkt men al lang niet meer op van zo’n cijfer”, zegt De Gucht. “Het zal de sector in perioden van saneringen meer stabiliteit bieden en hen niet uitsluitend afhankelijk maken van de volgende subsidieronde.” Waar de cultuurorganisaties die eigen middelen dan wel moeten halen? De explosieve groei van de audiovisuele sector dankzij tax shelter, een fiscale gunstmaatregel, doet Open Vld alvast dromen. De Gucht: “De tax shelter is perfect toepasbaar op onze gamesector en ook voor andere sectoren moeten fiscale maatregelen te bedenken zijn waardoor ze meer eigen middelen zouden kunnen genereren.” Ook de andere voorstellen tot amendement van de partij moeten de kunstensector weerbaarder maken voor de toekomst. Zo wil Open Vld dat de verhouding projectsubsidies (voor tijdelijke of specifieke projecten) – structurele subsidies herbekeken wordt. 25 procent van het overheidsgeld voor cultuur zou naar projecten moeten gaan, nu is dat 10 procent. Bovendien moet 10 procent van die pot naar beginnende kunstenaars gaan. Tot slot is ook de bureaucratisering van de sector Open Vld een doorn in het oog. “De voorbereiding van subsidiedossiers weegt op onze cultuurorganisaties”, zegt Jo De Ro. “Het belet hen zich helemaal op hun corebusiness toe te leggen: artistieke ontplooiing.” Daarom vraagt zijn partij dat minstens de helft van het toegekende budget van kunstinstellingen naar de financiering van het artistieke luikgaat.