Er zitten nog 54 Belgische IS-vrouwen in Syrië of Irak. Als ze terugkeren, betekent dat lang niet dat ze minder radicaal zijn, waarschuwt de Staatsveiligheid.
In Nederland waarschuwde de inlichtingendienst AIVD eind vorig jaar al voor het gevaar dat uitgaat van ‘jihadistische vrouwen’. Zopas kreeg Open VLD-senator JeanJacques De Gucht de risicoanalyse die onze Staatsveiligheid maakte van de Belgische IS-vrouwen. België telt 80 vrouwelijke ‘foreign terrorist fighters’, van wie er 54 in Irak of Syrië zouden vertoeven. De andere 26 zijn al teruggekeerd, vernam De Gucht van minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
Ideologische rol
Ook onze Staatsveiligheid ziet een gevaarlijke evolutie in de ideologische rol die terreurgroepen als IS aan vrouwen toebedelen. Zo nemen vrouwen, die lang een ondersteunende rol hadden, vaker een actieve, militaire rol op. ‘Aanslagen door strijdsters zijn in principe niet langer een ideologisch-religieus taboe’, luidt het.
Hun ondersteunende taken waren al cruciaal, benadrukt de risicoanalyse. ‘Van het meegeven van de ‘juiste’ religieuze opvattingen aan hun kinderen en gezinsleden, over het rekruteren van andere vrouwen in het Westen, tot de actieve deelname in de staatsstructuren van IS, zoals in de vrouwelijke hisba (de religieuze politie, red.).’ Zo’n rol kunnen de vrouwen in België blijven spelen bij het bekeren, rekruteren of helpen van strijders.
Gradaties radicalisering
De Staatsveiligheid ziet wel gradaties in de radicalisering van de 80 Belgische IS-vrouwen. Sommigen zijn teruggekomen na negatieve ervaringen ter plaatse of ze zijn ontgoocheld.
Maar dat ziet de Staatsveiligheid veel minder bij het gros van de strijdsters die nog ter plaatse zijn in Syrië of Irak. ‘Hun eventuele plannen om terug te keren zijn veeleer ingegeven door praktische overwegingen. De toenemende moeilijkheden en gevaren verbonden aan een verblijf ter plaatse wegen dan zwaarder door dan een ideologische desillusie of een heroriëntatie.’
Nieuw leven in kalifaat
Tientallen Belgische IS-vrouwen vormen dus nog een dreiging, al waren de meesten ‘in de eerste plaats niet gemotiveerd door een actieve deelname aan terroristische of militaire activiteiten’.‘Hun motivatie bestond vooral uit een mengeling van ideologische en persoonlijke motieven: het verlangen om deel uit te maken van het ideologische project van IS en een nieuw leven te beginnen in het zogenaamde kalifaat.
Velen koppelden dat aan de zoektocht naar een partner die dezelfde ideologisch-religieuze visie wou delen. Dat kwam in de praktijk vaak neer op een religieus huwelijk of ‘concubinaat’ met een (al dan niet Belgische) strijder. Dat werd voor hun vertrek ofwel ter plaatse voltrokken.’
Vervolging
De Staatsveiligheid zegt bij haar risico-inschatting van terreurstrijders a priori geen onderscheid te maken tussen man of vrouw. Ze stellen zich allemaal bloot aan vervolging. En Geens verwijst naar een vonnis dat de Luikse strafrechter in juni vorig jaar velde. ‘De rechtspraak acht de naar Syrië meegereisde echtgenote ook schuldig aan het deelnemen aan de activiteiten van een terroristische groep. Haar loutere aanwezigheid vormt een aanmoediging.’
Dat laatste noemt Open VLD’er De Gucht ‘een belangrijk signaal’. ‘Het is positief dat de Staatsveiligheid en justitie de toegenomen dreiging van jihadistische vrouwen onderschrijven en daar ook naar handelen. Er moet een bijzondere aandacht uitgaan naar hun rol bij de bekeringsdrang en bij rekrutering in ons land.
Bron: De Tijd 16 mei 2018