Algemeen

Jean-Jacques De Gucht vloekt

Dit bericht delen

In Open, het nieuwe Liberaal opinieblad voor kritische geesten van de Open VLD, gooit ene Jean-Jacques De Gucht een stok in het hoenderhok. Samen met Philippe De Backer, de voorzitter van Jong VLD, houdt de kersverse senator een pleidooi voor een radicale ommekeer in het cultuurbeleid.
De Gucht en De Backer pleiten – zoals het goeie liberalen past – voor meer marktwerking en minder overheidsinmenging. ‘Het huidige kunstenbeleid van minister Anciaux is een beleid waar de kunst gezien wordt als een symbolische voorstelling van een volk en die ten dienste staat van een volk. Hier is met andere woorden geen sprake van een liberale visie, maar eerder van een nationalistische visie. De overheid kan dus wel voorwaarden scheppen waardoor de culturele sector zich verder kan ontplooien. Maar dat houdt niet in dat de staat ook beslist hoe de culturele sector eruitziet. Een betere invulling van een beleid voor de beeldende kunsten wordt gekenmerkt door meer decentralisatie, diversiteit qua financiële ondersteuning en indirecte subsidies.’

De jonge liberalen willen de cultuursubsidies niet afschaffen. ‘Het is onmogelijk van vandaag op morgen over te schakelen op alleen geldstromen van buiten de overheid.’ Daarom stellen ze een tax shelter voor, in eerste instantie voor de beeldende kunsten (De Gucht droomt niet voor niets van een eigen galerie). Bedrijven of individuen moeten kunst kunnen kopen via een renteloze lening bij de staat.

Los van de vraag hoeveel geld de overheid in cultuur moet pompen, is de basisidee van De Gucht en De Backer erg pertinent: ‘De vraag welke kunst financiële ondersteuning ontvangt, mag niet bepaald worden door de overheid, enkel door het publiek.’ De achilleshiel van het huidige gulle cultuurbeleid is immers het adviseringssysteem. Dat is een erfenis van het cultuurpact en leidt steevast tot vriendjespolitiek, gelobby, roddel en achterklap.
In een systeem dat gedeeltelijk werkt met fiscale stimuli of andere indirecte subsidies, bepaalt het publiek veel meer zelf hoe de geldstromen verlopen en blijft de minister buiten schot. De paradox van het Vlaamse cultuurbeleid is dat het zich fixeert op ‘het publiek’, maar dat het publiek geen inspraak heeft. Het systeem van advisering door experts deugde vroeger niet, en zal in de toekomst ook nooit deugen. De Gucht heeft een punt wanneer hij ervoor pleit om de directe subsidies (al is het maar gedeeltelijk) te vervangen door indirecte. En hoe kunnen we het oneens zijn met zijn pleidooi om de kunstkritiek meer ruimte te geven. ‘Het publiek bestaat uit individuen die geïnformeerd worden door andere individuen. Sommigen worden als experts bekeken, en zij kunnen het publiek ertoe aanzetten bepaalde kunstwerken te begeren.’ (…) ‘Het wordt tijd dat er gekeken wordt naar de toekomst van de kunst en dat de minister eindelijk kiest voor een gedecentraliseerde subjectiviteit.’

Het venijn van dit essay zit in de staart. Volgens de auteurs moet de financiering van de tax shelters voor een groot deel komen van de huidige subsidiepot. Met die zin zal De Gucht jr. zich geheid de banbliksems van de hele cultuursector op de hals halen. Waarna de discussie vakkundig zal worden gesloten. Wedden?

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Open VLD furieus over mogelijk hogere dagprijzen

Algemeen

Geblunder met opgesloten terroristen