Het plenair actualiteitsdebat van 1 juni in het Vlaams Parlement zindert bij sommige collega’s nog altijd na. Aanvankelijk zou het debat louter gaan over het nijpende lerarentekort en de slechte(re) scores van 12-jarigen voor wiskunde. Daarbij leeft helaas de verwachting dat er bij de internationale peiling in december weer slecht nieuws volgt. Iedereen is het er over eens: de kwaliteit van ons onderwijs kampt met verschillende uitdagingen. Bovendien heeft de coronapandemie het effect van een brandversneller.
Niemand betwist dat de leerkrachten hun centrale plaats moeten terugkrijgen. Zonder hen bestaat onderwijs niet. Gelukkig liet voorzitter Liesbeth Homans toe dat ook de problematische situatie van de lege brooddozen op school besproken werd. Als voormalig Vlaams minister van Armoedebestrijding onderkende zij meer dan waarschijnlijk het belang van warme en gezonde maaltijden. De projecten rond 1 euro maaltijden werden per slot van rekening uitgerold – en met de stille trom afgevoerd – onder haar ministerschap.
In ons land groeit een op zeven kinderen op in armoede, volgens sommige studies is zelfs al sprake van een op vijf. In Vlaanderen zijn er nog steeds talloze kinderen die ’s morgens met een lege maag en lege brooddoos naar school vertrekken. Met schoolmaaltijden die bovendien overal duurder worden, kan deze situatie alleen maar verergeren. Om deze problematiek over heel Vlaanderen aan te pakken, heb ik al in februari een conceptnota neergelegd over gezonde en warme schoolmaaltijden. Elke leerling heeft dagelijks recht op een gezonde en warme maaltijd. Voor kansarme leerlingen moet die gratis zijn.
Mijn nota vertrekt vanuit een achterliggend principe: ongeacht je afkomst, je thuissituatie of geloofsovertuiging, je schoolomgeving moet garanderen dat iedereen dezelfde vaardigheden en kennis kan verwerven. De school als hét instrument bij uitstek om elk kind dezelfde kansen te bieden. De school die mee ervoor zorgt dat elk kind die kansen ook maximaal kan benutten. Dit is toch de kerntaak van het onderwijs? Sommige partijen zijn van oordeel dat de overheid beter wegloopt van die verantwoordelijkheid. Los van het feit dat dit laf en lui is, we zetten zo onze eigen toekomst van Vlaanderen als kenniseconomie op het spel. Hoe wereldvreemd moet je wel niet zijn als je denkt dat armoede geen impact heeft op het potentieel van onze leerlingen? Niemand gelooft toch nog dat armoede stopt aan de schoolpoort.
Daarom betreur ik dat sommige collega’s zowel binnen als buiten de meerderheid de karikaturen niet schuwden tijdens het debat. Moet de leerkracht wiskunde zelf in de potten staan roeren? Neen. Wil de overheid aan de ouders dicteren wat hun kinderen te eten krijgen? Neen. Zal een gezonde maaltijd voor elk kind er op miraculeuze wijze voor zorgen dat onze Vlaamse jongeren bij de volgende peiling bovenaan de ranking prijken? Neen, iedereen die beweert een “silver bullet” oplossing te hebben, is een platte populist. Maar het is onaanvaardbaar dat sommige politici blind blijven voor positieve resultaten uit bijvoorbeeld Zweden of Finland met warme schoolmaaltijden. Het zijn nochtans die Scandinavische landen waar men anders toch zo graag mee koketteert.
Het is zeer simpel: kinderen een gezonde maaltijd ontzeggen ondermijnt zowel hun potentieel als de inspanningen van de leerkracht. Nochtans zijn de positieve effecten van een dagelijkse, gezonde maaltijd niet van de minste. Kinderen meten zich gemakkelijker een gezonde levensstijl aan. Gezond (leren) eten speelt bovendien een belangrijke rol in bijvoorbeeld de strijd tegen overgewicht of suikerziekte. Het is wel degelijk een investering die zich terugverdient.
Daarom is het kortzichtig om dit af te wimpelen op welzijn of OCMW’s. Het is een kerntaak van de overheid ervoor te zorgen dat ieder kind tegelijk aan de meet vertrekt. Als we de bestaande ongelijkheid niet erkennen, duwen wij als maatschappij willens en wetens kansarme kinderen nog verder de put in. Wie dat niet erkent, zet de deur wagenwijd open voor een elitaire afvallingsrace in onze scholen. Zoals een volksvertegenwoordiger ieders belang hoort te verdedigen, zo moet het onderwijs ook opkomen voor ieder kind.