Na lang en grondig overleg met de Vervoersregioraad en De Lijn heb ik er als Schepen van mobiliteit kunnen voor zorgen dat het zwembad, het crematorium en enkele andere attractiepolen in onze stad zoals de Zandberg maar ook verschillende woonwijken bereikbaar blijven met het openbaar vervoer.
In het kader van de bespreking in de Vervoerregioraad van het nieuwe openbaar vervoerplan voor Aalst is er naast het kernnet en aanvullend net ook nog vervoer op maat. Dit nieuwe vervoersplan werd ontwikkeld in het kader van het principe van een budget neutrale reorganisatie van het Openbaar vervoer in Vlaanderen zoals dit door de Vlaamse regering werd vooropgesteld. Principe dat uitgaat van een vraag gedreven in plaats van een aanbod gedreven organisatie van het openbaar vervoer met De Lijn.
Het principe daarbij is ook dat naast de reguliere buslijnen wordt ingespeeld op individuele mobiliteitsvragen die daartoe geen toegang hebben door andere vervoersmodi aan te bieden: deelfietsen, deelauto’s en ander collectief vervoersaanbod.
Voor Aalst betekende het eerste voorstel echter dat een aantal attractiepolen weliswaar nog werden bediend maar dat de aangeboden oplossingen niet echt efficiënt waren vooral niet voor minder mobiele personen. Zo werden een aantal woonwijken/buurten aan de rand van het stedelijk gebied (Maal en Hof ter Lokeren in Nieuwerkerken, maar ook Bergekouter en Zandberg in Aalst alsmede enkele stedelijke tot zelfs regionale functies zoals het Onze Lieve Vrouwziekenhuis, het Stedelijk Zwembad ondertussen Aquatopia genoemd, de Stations in Aalst en Erembodegem, het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis en het Crematorium) minder goed bediend met het openbaar vervoer.
Cijfermatig werd door de vervoersmaatschappij aangetoond dat de bedienende buslijnen voor deze haltes niet rendabel waren. De bezetting van deze lijnbussen was ondermaats en er werd aangetoond dat exploitatie van die lijnen niet rendabel was. Gezien echter het belang van de bereikbaarheid van deze buurten/wijken en attractiepolen heb ik van bij aanvang aangedrongen om de voorliggende plannen te herbekijken en hier rekening mee te houden.
Het werkingsprincipe van de vervoersregioraad, zoals ik reeds in vorige persberichten heb toegelicht, bestaat erin dat de vertegenwoordigers 11 gemeenten die er deel van uit maken gemandateerd door hun besturen tot een consensus beslissing komen voor de organisatie van het openbaar vervoer in de regio. Dit is een proces in evolutie. Welnu, de tussentijdse beslissingen worden voorgelegd aan het CBS en de gemeenteraad. Zo ook werd de beslissing van de Vervoersregioraad voor het gehele openbaar vervoersplan voor de regio met daarin de minder gunstige organisatie van het vervoer op maat in de hiervoor omschreven zone van Aalst aan het CBS en de gemeenteraad voorgelegd. De door de mandatarissen en raadsleden gemaakte opmerkingen lagen volledig in de lijn van de standpunten die ik als Schepen van Mobilteit van de Stad Aalst in de besprekingen binnen de Vervoersregioraad had ingenomen, zodat ik er mij volmondig kon bij aansluiten en met een sterker mandaat de besprekingen kon hervatten. Dit heeft geleid tot een positief resultaat, ondertussen werden onze bekommernissen door het MOW en de vervoersmaatschappij De Lijn ter harte genomen waardoor een nieuw voorstel dat aan onze verzuchtingen tegemoet komt door het daartoe aangesteld studiebureau werd uitgewerkt. Dit nieuwe voorstel werd op donderdag 29/04/2021 door de ambtelijke werkgroep van de Vervoersregioraad goedgekeurd. Blijft nu nog de goedkeuring op 20/05/2021 door de Bestuurlijke vervoersregioraad.
Deze Zuidtangent zoals die nu wordt voorgesteld is beter afgestemd op de noden en verwachtingen van de gebruiker van het openbaar vervoer. Door die aanpassing worden dus de woonwijken/buurten aan de rand van het stedelijk gebied (Maal en Hof ter Lokeeren in Nieuwerkerken, Bergekouter en Zandberg in Aalst) en grote(re) verkeer genererende stedelijke of zelfs regionale functies beter bediend: Onze Lieve Vrouwziekenhuis, het stedelijk zwembad Aquatopia, stations Aalst en Erembodegem, Aalsters Stedelijk Ziekenhuis, Crematorium).
De basis van het concept blijft ongewijzigd voor deze tangentlijn, namelijk: vaste bediening 1x/uur met een amplitude (de tijdsspanne tussen de eerste en de laatste rit van een lijn) tussen 7 uur en 19 uur weekdagen.
Omwille van de rijtijd die nodig zal zijn voor het traject tussen het begin en eindpunt van deze lijn, zullen er twee voertuigen moeten worden ingezet voor deze dienstverlening. Omwille van het ingeschatte potentieel op dit traject tijdens de spitsuren, wordt ook voor deze tangentlijn een midibus (20+1 – rolstoeltoegankelijk) voorzien.
Persbericht – Jean-Jacques De Gucht (3 mei 2021)