Ook wij hebben kennis genomen van de publicatie vorige week waaruit bleek dat een studie uitwees dat Oost-Vlaanderen als meest kwetsbaar gebied werd aangeduid indien een waterbom zou losbarsten in Vlaanderen.
Onmiddellijk heb ik de bevoegde ministers Peeters en Demir gevraagd om een task force op te zetten deze situatie met de nodige aandacht zeer dringend te bekijken.
Voor gedetailleerde cijfers over mogelijke schade aan infrastructuur, gebouwen en industriële sites is het te kort dag.
Op het vlak van adaptatie wordt er via reguliere adviesverlening systematisch naar gestreefd zowel op het openbaar als privaat domein (verkavelingen, ontwikkelingsprojecten, …) te vergroenen, verharding te beperken en water te laten infiltreren. Zo wordt er bij heraanleg van straten steeds een watertoets gedaan en wordt zoveel als mogelijk onthard en nieuwe technieken gebruikt om water op een goeie manier te laten infiltreren in de bodem.
O.a. via een lokale stedenbouwkundige verordening op het rooien van bomen en struiken wordt een maximaal behoud van groen nagestreefd, wordt het verlies aan groen beperkt en wordt heraanplanting opgelegd.
Projecten zoals de Groenpool, bebossingsinitiatieven, Wetlands4Cities (ism Natuurpunt), het Klimaatplan met een adaptatieluik (in opmaak) en het vergroeningsplan (in opmaak) zijn bedoeld om adaptieve maatregelen te realiseren op het terrein.
Met het project Ruimte voor Water werd reeds een aantal stappen gezet, in samenspraak tussen de Dendergemeenten, provincie O-Vl, DVW en Vlaams gewest-departement Omgeving om de ambities op grotere schaal te formuleren. Dit zou moeten uitmonden in het formuleren van een aantal ‘radicale’ maatregelenalternatieven, die ingrijpen op het watersysteem van de Dender. Op basis van modellering (effecten op waterpeil Dender, op overstromingscontour, op overstromingsdiepte) van die radicale alternatieven werd bepaald welke schadeposten zullen overblijven na toepassing van de maatregelen. Door het zoeken van combinaties van maatregelen en het integreren van potentiële maatschappelijke meerwaarden werd een set van redelijke alternatieven samengesteld.
Deze redelijke alternatieven werden gezocht per deelgebied (3 zones tussen de gewestgrens en de Schelde: Geraardsbergen-Ninove (C); Ninove-Aalst (B) en Aalst-Dendermonde (A)) en in onderlinge samenhang.