Jean-Jacques De Gucht – Vlaams parlementslid: Bijkomende financiële lasten komen bij de burgers terecht.
Er kan geen ruimte worden gemaakt voor extra financiële middelen vanuit de Vlaamse overheid voor rioleringswerken van steden en gemeenten. Dat zegt minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V).
Minister van Leefmilieu Schauvliege verwijst naar de gemeentelijke bevoegdheid en stelt dat de lokale overheden via de gemeentelijke saneringsbijdrage op de waterfactuur zelf bijkomende inkomsten kunnen innen. Rioleringswerken zijn een dure aangelegenheid voor steden en gemeenten. In dossiers waar Aquafin de meeste kosten draagt, zitten de gemeenten verveeld met de verplichte afkoppeling. Particulieren moeten die afkoppeling van het regenwater met het afvalwater op hun eigendom zelf betalen.
Dat zorgt voor heel wat protest. In Zottegem is een subsidiereglement gestemd naar aanleiding van de rioleringswerken die deze maand starten in Sint-Maria-Oudenhove. Zottegem komt gedeeltelijk tussen in de kosten van de afkoppeling, afhankelijk van het kadastraal inkomen van de woning.
Enkele bewoners van de duurdere woningen zijn het daar niet mee eens en vragen een procentuele tussenkomst.
‘We hebben een reglement gestemd voor heel Zottegem en niet voor de Hazestraat alleen’, reageert schepen van Milieu Paul Lievens (CD&V).
In Wetteren betaalt de gemeente de volledige kostprijs van de verplichte afkoppeling, een uitzonderlijke maatregel in Vlaanderen.
De problematiek van de dure rioleringswerken voor steden en gemeenten werd aangehaald door Vlaams Volksvertegenwoordiger Jean-Jacques De Gucht (Open VLD).
Hij betreurt dat de bijkomende financiële lasten vaak bij de burgers terechtkomen. ‘Het is barslecht gesteld met de Vlaamse riolen.
Grote delen van het netwerk zijn sterk verouderd, met alle gevolgen van dien.
Ze verkeren in slechte staat en zijn dan ook vaak verantwoordelijk voor wegverzakkingen, ze kunnen het water niet langer slikken bij zware regenbuien met overstromingen tot gevolg of ze raken op bepaalde plaatsen verstopt wegens slecht onderhoud.
Wettelijk zijn de steden en gemeenten verantwoordelijk voor de riolering, maar de huidige financiële slagkracht blijkt veel te klein te zijn om een echt rioleringsbeleid te kunnen voeren.’
