‘Met ons familiebedrijf roei ik al jaren tegen de delokalisatiestroom in. We leveren onderdelen aan de autosector, een bijzonder competitieve markt. Maar omdat we ons toeleggen op een complexe niche blijven we lokaal verankerd. Ik vind het belangrijk dat men die industrie kansen geeft, ook op gemeentelijk niveau’, begint Frans Penne, CEO van de autotoeleverancier Penne en werkgever voor 100 mensen. ‘Als voorzitter van een bedrijventerreinvereniging kwam ik geregeld in contact – en soms in conflict – met het lokale beleid. Ik voelde de nood daar meer op te wegen. Ik ben in een ondernemersnest geboren in hartje Aalst. Het liberale denken is voor mij vanzelfsprekend, ook in moeilijke tijden voor de partij. ‘Het lokale beleid handelt te traag voor bedrijven. Er is dringend nood aan meer ruimte om te ondernemen. Mobiliteitsproblemen en een tekort aan parkeerplaatsen leiden tot bloedarmoede in de kleinhandel. Zonder die handel en zonder bezoekers houdt het stadscentrum straks op te bestaan. Aalst mag geen Bokrijk worden.’ ‘Mijn hart bloedt als ik Aalst vandaag zie. Twintig jaar geleden was het een bloeiende industriestad. De winkelstraten doorstonden de vergelijking met die van grootsteden. De jongste jaren deden heel wat centrumsteden met bekende nationale en Vlaamse politici het veel beter. Denk aan Mechelen. Daar hebben ze in 2010 en 2011 elf investeringen aangetrokken onder burgemeester Bart Somers (Open VLD). In Aalst één in dezelfde periode. ‘Ik wil mee aan de kar trekken om Aalst weer op de shortlist van multinationals te krijgen. Je kan van alles beloven in verkiezingstijd, van sportcentra tot evenementenhallen. Maar als je niet zorgt voor een sterk economisch weefsel, raakt de stad in financiële ademnood. Een zitje in de gemeenteraad interesseert me. Het is zeker te combineren met een job als CEO.’
Bron: De Tijd