Sinds vandaag hebben we zowat de meest vooruitstrevende euthanasiewet ter wereld, tot grote verbijstering van die wereld. Een erfenis van een katholieke koning en een vrijzinnige regering, denkt Yves Desmet
Misschien zit het in de genen. Vlak na de Belgische omwenteling besliste dit pas opgerichte land zowat de meest liberale wetgeving ter wereld in te voeren. Al in de jaren 1830 werd België een vrijhaven voor al wie zich elders door de krachten van de katholieke anciens régimes bedreigd wist.
De Belgische grondwet was vrijer en liberaler dan waar ook, inzake godsdienstvrijheid, vrijheid van vereniging en meningsuiting, noem maar op. Net zoals onze aversie voor het betalen van belastingen genetisch verklaard wordt door een eeuwenlange bezetting door zowat iedere Europese grootmacht, zou ons ethisch vrijdenken hier misschien wel zijn historische wortels kunnen vinden. Maar er spelen ook andere redenen mee.
Koningschapsonderbreking
In 1978 diende de jonge liberale Lucienne Herman-Michielsens haar eerste abortusvoorstel in om de ingreep uit de strafwet te halen. Het was het startsein voor een maatschappelijk debat dat meer dan tien jaar heftig zou woeden, met betogingen en tegenbetogingen, bitse debatten en een katholieke zuil die toen nog alle macht had en die ook in de schaal wierp om de ingreep onwettig en strafbaar te houden.
Willy Peers, een arts die toegaf abortus uit te voeren, werd zelfs in de gevangenis opgesloten. Maar dat kon niet verhinderen dat na tien jaar debat een democratische meerderheid in 1990 de abortuswet goedkeurde. Om vervolgens te moeten vaststellen dat koning Boudewijn ze weigerde te ondertekenen.
Het leidde tot een institutionele crisis zonder voorgaande, maar ook tot een groeiend besef dat ethische dossiers puur aan het persoonlijke geweten gekoppeld zijn. Want als een koning het recht had om zijn geweten boven de democratie te stellen, hadden anderen dan niet evengoed het recht om hun ethische voorkeur te volgen? Als Boudewijn respect vroeg voor zijn persoonlijke levensovertuiging en persoonlijke ethiek, hadden anderen dan niet evengoed het recht om hun waarden en ethiek even principieel te volgen?
Het is eigenlijk die gewapende ethische vrede, of positiever geformuleerd het wederzijdse respect voor eenieders ethische visie, die sindsdien de basisopstelling in ieder ethisch debat is gebleven. ‘Wij leggen onze ethiek niet op aan u, gelieve omgekeerd hetzelfde te doen.’
Paars
Een ethische stroomversnelling kwam er onder paars, een links-liberale en vrijzinnige regering, maar tegelijk een generatieproject: plotseling waren het de veertigers die de dienst uitmaakten in de Wetstraat, en die wilden hun ethische normen en waarden in wetgeving gerespecteerd zien.
Best mogelijk dat zelfs enige rancune meespeelde tegenover de ’tsjeven’, die meer dan tien jaar lang ieder ethisch debat uit de regeerakkoorden hadden weten te houden. De toenmalige CVP hing uitgeteld in de touwen, maar had nog voldoende maatschappelijk inzicht in huis om te beseffen dat dit niet het gevecht was dat ze in de eerste plaats moesten zoeken. Want Vlaanderen mocht in die dagen misschien nog grotendeels randkerkelijk genoemd worden, het was inmiddels wel zoeken met een vergrootglas naar de laatste katholiek die de regels van Rome inzake anticonceptie nog toepaste.
Ook het Vlaamse katholicisme was er eentje geworden van leven en laten leven, waarbij de hypocrisie en het bewust even de andere kant uitkijken de norm waren geworden. Het Vlaamse katholicisme verheerlijkte het lijden niet langer, maar probeerde zelfs toen al het lijden niet nodeloos te rekken.
Dus kwamen de wetswijzigingen er met een sneltreinvaart. Meer dan om communautaire of sociaaleconomische dossiers zullen paars 1 en 2 blijvend herinnerd worden om de ethische wetgeving omtrent het homohuwelijk en euthanasie.
Realisme
Inmiddels zijn we meer dan tien jaar verder en heeft zich in de praktijk een ‘euthanasierealiteit’ ontwikkeld, die van ver noch van dicht iets te maken heeft met de angsten die tegenstanders telkens weer oproepen. Er is geen sprake van een glijdende helling waarbij steeds losser of onzorgvuldiger zou worden omgegaan met het levenseinde.
Integendeel, na tien jaar euthanasiepraktijk is er geen enkel geval van misbruik bekend, geen enkel geval van onzorgvuldigheid. Kreten als zou het bij de uitbreiding van de wet naar minderjarigen om ‘het doodspuiten van kindjes’ gaan, worden enkel nog op meewarig hoofdschudden ontvangen. Na tien jaar praktijk weet de bevolking eenvoudigweg beter, en is het draagvlak voor een waardig levenseinde en het zelfbeschikkingsrecht groter dan ooit. Uit een enquête in opdracht van het Beneluxparlement bleek de maatschappelijke acceptatie van euthanasie, ook voor minderjarigen, in de drie landen tussen 70 en 80 procent te schommelen.
De christendemocraten hebben in die afgelopen tien jaar ook geen enkele poging ondernomen, zoals in Spanje onlangs nog wel gebeurde, om de ethische klok terug te draaien. Omdat ze perfect weten dat ook in de zorginstellingen van de eigen zuil heel anders met het levenseinde wordt omgesprongen dan tien jaar terug. Omdat ze weten dat zelfs daar de aanvaarding van de praktijk bij hun eigen hulpverleners veel groter is dan bij de directieleden van hun ziekenhuizen.
Wat ook helpt, is dat de voorstanders van euthanasie niet de slechtste woordvoerders hebben. Dokter Wim Distelmans en de zijnen zijn niet meteen hysterische ‘doctor Death’-types die met de spuit in de hand hun visie verdedigen, maar veel meer de mensen die je graag zelf in je laatste momenten aan je doodsbed zou zien staan. Iedere familie heeft inmiddels wel afscheid moeten nemen van iemand in minder dan optimale omstandigheden, en voor zichzelf beslist dat het invullen van die wilsbeschikking toch het best zo snel mogelijk zou gebeuren.
Dit land mag dan economisch rechts zijn in het noorden en links in het zuiden, als een ethisch thema opduikt, blijkt de ontkerkelijking definitief en het respect voor het zelfbeschikkingsrecht kamerbreed. Zo zijn we, voor het eerst sinds 1830, opnieuw tot een ethisch progressief gidsland geëvolueerd. Daar mogen we eigenlijk best trots op zijn.