Mechelen en Aalst zijn twee centrumsteden die sociologisch en demografisch sterk op mekaar lijken. Beiden zijn gelegen tussen twee grootsteden en worden steeds zichtbaarder geconfronteerd met de uitdagingen van een grootstad. Beiden zijn belangrijke knooppunten voor weg- en spoorverkeer en hebben een grote scholengemeenschap. Beiden tellen om en bij de 80.000 inwoners en prognoses van de Vlaamse overheid wijzen op een sterke groei van de bevolking in beide steden de komende jaren en decennia. In 2030, maar mogelijk al eerder, zal het bevolkingscijfer in Mechelen en Aalst opgelopen zijn tot 100.000.
Dit plaatst beide steden voor een aantal grote uitdagingen: Waar kunnen we deze mensen betaalbaar en kwalitatief huisvesten? Hoe blijft de stad vlot bereikbaar? Hoe vrijwaren we het typische karakter van het platteland in de deelgemeenten? Hoe kunnen we als stad zorgen voor een bloeiende economie en kunnen we arbeidsplaatsen blijven aanbieden aan onze inwoners?
Wij moeten blijven investeren om deze grote uitdagingen, die onafwendbaar op ons afkomen, op te vangen. Als we dat goed aanpakken hoeven die uitdagingen helemaal geen bedreiging te zijn, integendeel. Maar het antwoord kan niet alleen vanuit de stad komen en daarom pleiten wij voor een nieuw samenwerkingsverband tussen onze steden en de Vlaamse overheid. Er moet een bestuursmatrix ontwikkeld worden die steden de kans biedt om met middelen van de Vlaamse overheid te investeren in de uitbouw van de steden. Een goede relatie tussen het lokale, het regionale en het federale niveau is noodzakelijker dan ooit tevoren.
Het mag gezegd worden: Mechelen heeft de afgelopen jaren een enorme metamorfose doorgemaakt waarbij stadsvernieuwing een sleutelrol speelde in het creëren van een positief imago. Ook Aalst evolueert steeds meer in de goede richting, maar er moet nog een extra inhaalbeweging gemaakt worden, waarbij Mechelen als een mooi voorbeeld mag en zal gezien worden. Centrumsteden die inzetten op stadsvernieuwing plukken daar de vruchten van: het maakt een stad aantrekkelijker om te wonen, te werken en te winkelen. Het draagt bij tot een bruisende cultuur en horecabeleving en dat ontgaat ook ondernemers niet. En het aantrekken van nieuwe bedrijven creëert werkgelegenheid, wat dan weer de welvaart van een stad ten goede komt. Mechelen en Aalst hebben, met de interessante ligging op de as tussen 2 grootsteden, een mooie troef in handen. Die troef moet Aalst nog meer uitspelen, want ook op dit vlak moet de stad nog een inhaalbeweging maken ten opzichte van Mechelen.
Ofwel ga je uitdagingen uit te weg en dan glijd je als stad terug af naar de vorige eeuw. Ofwel bekijk je die uitdagingen als een opportuniteit, die je met beide handen aanneemt om van je stad een centrumstad van de toekomst te maken. Alleen kan je dit niet, samen wel. Daarom is een structurele betrokkenheid van de Vlaamse overheid bij de stadsplanning in Vlaanderen nu al dringend aan de orde. Hiervoor moeten middelen vrijgemaakt worden nu en de komende jaren. Het is de enige manier om te voorkomen dat we de fout uit het verleden opnieuw maken en vastlopen in een snel uitdijende grijze urbanistische brij.