Algemeen

‘Daens had evengoed kunnen floppen’

Dit bericht delen

Hans Bourlon van Studio 100 blikt terug op de musical ‘Daens’, die zondag voor het laatst te zien is.

Van onze redacteur

Johan Depaepe

BRUSSEL

Terwijl de ene manager van Studio 100, Gert Verhulst, tv-schermen helpt verhuizen, staat de andere ons te woord in zijn sobere kantoor. Hans Bourlon blikt er terug op de musical ‘Daens’, tien jaar geleden nog een vaag idee, vandaag een van de ‘meest succesvolle Vlaamse musicals’.

Hoe groot was de gok om met ‘Daens’ te beginnen?

‘Sinds 1990 maken we zaal- en parkshows – de “mechaniek” daarachter kennen we dus wel. Vanaf 1996 begonnen we ernstig na te denken over “Daens”, maar in de loop van zo’n proces maak je honderden keuzes, die elk verkeerd kunnen uitdraaien: welk creatief team, welke cast, welke locatie? We voelden ons wel rijp genoeg voor zo’n avontuur, maar het was toch een sprong in het duister. We hadden op 100.000 bezoekers gerekend, maar ruim 223.000 bezoekers had niemand in het bedrijf verwacht.’

En dat zonder steun van de overheid. Het kan dus wel.

‘We wilden een beroep doen op Cultuurinvest, maar omdat we te groot zijn, vielen we buiten de prijzen. Nu, in mijn optiek moet overheidsgeld vooral dienen om de ondernemingszin aan te wakkeren. Ik zie wel iets in het wetsvoorstel van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) om de tax shelter (een reeks fiscale maatregelen om audiovisuele producties te stimuleren, red.) uit te breiden naar de podiumkunsten, als alternatief voor subsidiëring. Dankzij die tax shelter kunnen wij nu drie films per jaar draaien.’

‘Daens’ hebben jullie altijd een atypisch en eenmalig avontuur genoemd voor Studio 100. Maar smaakt dit niet naar meer?

‘We staan er voor open, al willen we niet per se om de twee jaar zo’n musical brengen. We brainstormen nu al over nieuwe ideeën. Maar het is niet evident om iets te bedenken dat dezelfde impact kan hebben als Daens. En we gaan ons ook niet richten op de import van bestaande musicals. Het succes van Daens ligt net in het feit dat het iets van ons was.’

Hebt u het gevoel dat u een nieuwe standaard hebt gezet voor de musical in Vlaanderen?

‘Technisch misschien wel. Onze vernieuwende projectiemethode hebben we in huis ontwikkeld. Maar vooral hebben we bewezen dat grootschalige producties ook in Vlaanderen mogelijk zijn, met verhalen die van ons zijn, maar tegelijk ook over de hele wereld gaan. Als je Aalst, 1888 ziet opduiken, besef je: dat is niet zo lang geleden, en in veel landen is het nog altijd realiteit.’

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Warm Aalst versus (ijs)koud stadsbestuur

Algemeen

Open Vld heeft wetsvoorstellen rond levenseinde klaar