Algemeen

Verplichte archeologienota bij bouwprojecten moet worden bijgestuurd

Dit bericht delen

De verplichte archeologienota bij sommige bouwprojecten zorgt voor extra kosten en een lange duurtijd. Jean-Jacques De Gucht vraagt een bijsturing.

Op 1 juni 2016 trad het archeologieluik van het Onroerenderfgoeddecreet volledig in werking. Aanvragers van een stedenbouwkundige vergunning worden verplicht om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. Aanvragers dienen bij de planning van een bouwproject rekening te houden met de tijd die nodig is voor de opmaak en goedkeuring van een archeologienota. Jean-Jacques De Gucht kaartte deze kwestie aan in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. “Momenteel is er geen rechtszekerheid voor deze personen. De financiële kosten maar ook de tijd die een archeologienota vraagt is nefast voor een goed investeringsklimaat. Het is duidelijk dat de vooropgestelde termijnen en kosten zwaar onderschat werden, ik vraag daarom dan ook een bijsturing van het archeologieluik”, aldus Jean-Jacques De Gucht.

Wanneer een particulier of bouwheer een bouwproject wenst op te starten binnen een stadskern, wordt deze de facto geconfronteerd met een archeologienota. Er zijn namelijk regio’s opgesteld waarbinnen archeologische vondsten verwacht worden. In historische stadskernen zoals Gent, Aalst, kan je er zeker van zijn dat een archeologische nota noodzakelijk is. “Het is ontzettend belangrijk dat archeologisch erfgoed op een goede manier bewaard wordt. De manier waarop de nota tot stand komt, is echter hallucinant. De kosten die op voorhand geraamd werden, zijn een enorme onderschatting van de werkelijke kosten. Men had de kosten van zo’n nota geraamd op 250 euro, nu blijkt 7500 euro soms niet voldoende te zijn. Dit is nefast voor toekomstige investeringen van particulieren of bouwheren, het is ook een doorn in het oog van landbouwers”, aldus Jean-Jacques De Gucht.

Minister wil probleem snel aanpakken

De minister gaf te kennen dat hij op het verkeerde been gezet is door zijn administratie wat betreft de kost van een archeologische nota, de administratieve rompslomp die hiermee gepaard gaat alsook de termijnen waarbinnen deze archeologische nota’s behandeld zouden worden. “Ik ben enorm tevreden dat de minister de termijn naar voren schuift en op zoek gaat naar een oplossing voor deze kostelijke realiteit. Het is belangrijk om het probleem in samenspraak met de sector te verhelpen om rechtszekerheid te kunnen garanderen,” besluit Jean-Jacques De Gucht.

Bron: Open Vld- online

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Jean-Jacques De Gucht in Kasteel Liedts

Algemeen

Het recht om zelf te beslissen