De Senaat kan een rol spelen “in de diepte” bij het uittekenen van een beleid tegen radicalisering. Dat zei Charles Michel vandaag in zijn eerste toespraak voor de Senaat als premier. Eerder hadden Open Vld en MR voorgesteld om in de Senaat een werkgroep over het onderwerp op te richten omdat een beleid van deradicalisering zowel federale als deelstaatbevoegdheden omhelst. De liberalen kunnen op de steun rekenen van CD&V, sp.a en Groen, zo bleek tijdens het debat in de plenaire zitting.
Michel stelde in zijn uiteenzetting naast de krachtlijnen van het regeerakkoord ook de maatregelen in de strijd tegen radicalisering en terrorisme voor die de ministerraad eerder op de dag had genomen. Voor de premier zullen het de senatoren zijn die de door de zesde staatshervorming grondig hervormde Senaat vorm moeten geven. “U kan de ambassadeur van uw deelstaat zijn, een tussenpersoon tussen de deelgebieden of een link tussen de verschillende niveaus”, zei hij.
N-VA-fractieleidster Annick De Ridder erkende dat haar partij de Senaat liefst afgeschaft had gezien, “maar zolang de Senaat bestaat, zullen we onze rol vervullen binnen de beperkte rol die de vernieuwde Senaat heeft”. Volgens haar moeten de onderwerpen die door de Senaat behandeld worden een duidelijk bevoegdheidsoverschrijdend element bevatten en een meerwaarde creëren. Eerder had ze laten verstaan dat ze geen vragende partij was voor de oprichting van een werkgroep rond deradicalisering.
Haar sp.a-collega Bert Anciaux vond radicalisering en terrorisme dan weer wel een uitgesproken thema om in de Senaat te bespreken. Hij verwees naar een voorstel van resolutie dat hij eind vorig jaar indiende over een adequaat beleid tegen de radicalisering van moslimjongeren. Voor Anciaux mag evenwel het werk niet worden overgedaan dat in andere parlementen al wordt gedaan.
Jean-Jacques De Gucht (Open Vld), die met zijn MR-collega Jean-Paul Wahl het voorstel lanceerde voor een werkgroep deradicalisering, vond dat de Senaat naast de federale premier ook de verschillende minister-presidenten moet horen over hun beleidsprioriteiten.
