Algemeen

‘Onze Jean-Jacques heeft het, niet?’ door Walter Pauli

Dit bericht delen

Bleekjes weggetrokken, waterige ogen. Als Jean-Jacques De Gucht (25) zich aandient, is de huidskleur grauwer dan men zou vermoeden bij de ‘jeunesse dorée’, een van de vaste omschrijvingen die De Gucht junior zich moet laten welgevallen. Maar de combinatie van senator, partijsecretaris en lijsttrekker heeft blijkbaar ook zijn fysieke limieten, zeker in het grieperige weer van de jongste dagen. ‘Ach, gelukkig corrigeren die doffere ogen mijn imago van beau garçon.’ Hetgeen in deze mediagevoelige tijden niet onbelangrijk is, zeker niet voor een kerel die op zijn 25ste lijsttrekker is van de belangrijkste kieskring van de liberale partij. Door Walter Pauli / Foto Tim Dirven

Vier maart jongstleden. In de ene krant stond “door het oog van de naald gekropen”, in de andere “aan de dood ontsnapt”. Feit is dat die avond van 3 maart, op een recht stuk E40 in de buurt van Erpe Mere, de 4×4 van de jonge senator en liberale stemmenkampioen niet meer onder controle te krijgen was, tegen de band van een vrachtwagen botste, vandaar tegen de vangrail en vervolgens aan het tollen ging. Jean-Jacques De Gucht kroop eruit, kreeg van een hulpvaardige mens een sigaret. Inhaleerde diep. En belde naar zijn vader. Het was sowieso al hectisch druk en nu dát

Hoe wrang het klinkt, deels hoort zo’n auto-ongeluk bij ‘het risico van het vak’. Jean-Jacques De Gucht werd in 2007 niet alleen verkozen tot senator met een verbazingwekkende 66.950 voorkeurstemmen, met de vingers in de neus belandde hij nadien ook in het partijbureau en sinds oktober vorig jaar werd hij aangesteld als partijsecretaris van Open Vld. Voor een jonge politicus met ambitie is dat een godsgeschenk, want je kunt zo in geforceerd

Maar de afloop van de crash typeert De Gucht jr. ten voeten uit. De eerste naar wie hij aan de vangrail belt, is dus zijn vader Karel De Gucht, die op hetzelfde moment vanuit Brussel hetzelfde traject aflegt, op weg naar dezelfde vergadering, maar iets later is dan zijn zoon. Er zich even van vergewissen of alles goed gaat en de ouderlijke aansporing om toch even naar het ziekenhuis te gaan. Dan snel nog wat practicalities afspreken voor de bijeenkomst waar vader wel en zoon dus niet aanwezig kan zijn. De eerste heeft de reputatie van ‘ijskonijn’, maar ook bij de tweede is de grens tussen ‘cool’ en ‘sangfroid’ niet altijd te trekken.

Jean-Jacques: “Al die flauwekul van ‘in één seconde zag hij zijn leven voorbijtrekken’. In één seconde probeerde ik vooral mijn wagen onder controle te krijgen. En nadien had ik geen tijd of zin voor allerlei beschouwingen. Wat vooral door mijn hoofd speelde, was spijt. Spijt dat ik zo’n goede auto kwijt was.” IJskonijn junior? Vader Karel De Gucht: “Die sangfroid heeft hij meer van zijn moeder dan van mij.”

Het werd gelukkig geen dramatische knik in een carrière die tot dan toe als vanzelf leek te lopen. Een jongen die van nature zeker niet alles, maar toch veel mee heeft. De looks, de achternaam, de zin voor politiek, enige financiële ondersteuning, de culturele bagage. En, ergens wel, zelfs de aparte voornaam. In Vlaanderen lopen er niet zo gek veel Jean-Jacques rond: de herkenbaarheid

En, om een hardnekkig misverstand uit de wereld te helpen: Jean-Jacques heeft níéts te maken met de verlichtingsfilosoof Jean-Jacques Rousseau, maar alles met de smaak van moeder Mireille. Het zou Jean-Jacques zijn, omdat dat haar wens was. De cultuurfilosoof Willem Elias, een huisvriend van de De Guchts, maakte daar bij het kraambed zelfs opmerkingen over: “Een merkwaardige naam voor een telg uit een liberale familie. De ideeën van Rousseau hebben niet geleid naar een variant van het liberalisme, maar wel naar een vroege en romantische vorm van communisme.” Bovendien zou zoontje De Gucht al vanaf de eerste maanden in het eerste leerjaar zijn ouders verwensen om die naamgeving. Als de andere jonkies hun voornaam juist leren te spellen – ‘Tom’ bijvoorbeeld, of ‘Kim’ – worstelt hij met het zeker in de ogen van een zesjarige behoorlijk excessieve ‘Jean-Jacques’.

Maar dat kleine kinderleed is snel voorbij. Haast nog voor het echte leven aanbreekt, is Jean-Jacques De Gucht gebeten door het politieke virus. Aan de Vrije Universiteit van Brussel kan De Gucht junior zich volop laven aan zijn twee grote passies. Ten eerste: kunst. Samen met zijn bloedbroeder Philip De Backer struint hij over heel Europa en ver daarbuiten musea en kunstgalerieën af. Ten tweede: politiek. Hij kiest voor culturele agogiek, de studierichting met Willem Elias als mentor. De huisvriend wordt een persoonlijke buddy voor de jongste zoon. Culturele agogiek is trouwens een richting die niet echt ‘in’ is in liberale kringen. Omgekeerd komt De Gucht junior er nauwelijks een liberale gelijkgestemde tegen.

Die laatste vindt hij echter wel in het heropgerichte Liberaal Vlaams StudentenVerbond (LVSV). Voor Jean-Jacques De Gucht jr. is het in meer dan één opzicht thuiskomen: zijn ouders hebben elkaar destijds leren kennen in dat LVSV. Maar door de ups en downs die eigen zijn aan zoveel studentenorganisaties kwijnde dat LVSV danig weg. Via de uitgebreide kennissenkring

Karel De Gucht: “Het nieuwe LVSV verschilde danig van het LVSV dat wij kenden uit de jaren zeventig. ‘Ons’ verbond had volgens de tijdgeest van de jaren zeventig zelfs licht anarchistische kantjes. Jean-Jacques en zijn vrienden beleden een heel ideologisch liberalisme, op het fanatieke af. Ik herinner me een zomervakantie in Italië. We hadden vrienden uitgenodigd, we genoten op het terras van de maaltijd en ineens begon Jean-Jacques over het liberalisme. Hij was een jaar of twintig, maar van aflaten was geen sprake. Integendeel. Zijn pa uitleggen wat liberalisme eigenlijk precies is, klagen dat niet iedereen ter wereld spontaan liberaal is, doordrammen. Zelfs ruziemaken. Over het liberalisme natuurlijk. Dat fanatieke is inmiddels weg. Dat had natuurlijk nog iets zeer jongs. Ik vind dat mijn zoon de laatste jaren flink aan maturiteit won. Natuurlijktechnicalities van de Vlaamse dossiers onder de knie heeft. Toch vind ik dat hij een enorme vooruitgang heeft geboekt inzake politieke dossierkennis: wat doe ik eraan? wat is relevant, wat niet?”

Ook zijn licentiaatsverhandeling

Nieuwe LVSV-generatie

Maar meer nog dan de studie – “Ik vond met een minimale inspanning mijn diploma halen volstaan” – primeert aan de universiteit de politiek. En voor Jean-Jacques De Gucht was het LVSV een ‘paracommandotraining voor aanstormende politici’. Hij werd in ijltempo een partijsoldaat en zelfs een die zin had om in de voorste linies te vechten.

Want soms kan het snel gaan in een leven. Toen de VLD in 1992 werd gesticht, was Jean-Jacques De Gucht negen jaar. Toen de VLD in 1999 Verhofstadt premier werd en paars het levenslicht zag, was hij zestien. Toen hij op zijn 21ste LVSV-preses werd, in de herfst van 2004, was de meest glorievolle paarse periode al een vol jaar voorbij, had Yves Leterme CD&V zijn remonte al laten inzetten. Toen hij in 2007 solliciteerde voor een plaats op de Open Vld-lijst voor de Senaatsverkiezingen (“Ik moest mijn pa overtuigen”), moest hij nog zijn laatste resem examens afleggen.

Maar Jean-Jacques De Gucht is geen wonderkind. Op de liberale lijsten voor het Vlaams Parlement wemelt het van de twintigers. De ‘beste’, als we de hoogst geplaatsten zo mogen noemen, durven weleens uit dat LVSV te komen.

De kans is groot dat die nieuwe LVSV-generatie binnen een jaar of tien zal opduiken in allerlei beschouwingen over het liberalisme in Vlaanderen in het tweede decennium van de 21ste eeuw. En wel om twee redenen.

Ten eerste: dit LVSV had en heeft een bijzondere aantrekkingskracht op jonkies met liberale stamboom. Natuurlijk zijn er tal van LVSV-leden zonder Open Vld’ers in de familie. Maar er zijn er ook andere. Zoals: tot LVSV-Gent behoorde Mathias De Clercq, kleinzoon van de liberale staatsman Willy De Clercq, zoon van regeringscommissaris Yannick De Clerck. In LVSV-Brussel ontmoet Jean-Jacques De Gucht, zoon van, Eva Vanhengel, dochter van. Beiden stammen uit ‘nesten’ met een lange liberale traditie. Die LVSV’ers staan vaak in poleposition, als straks de generatie Verhofstadt-Dewael-De Gucht na meer dan dertig jaar een leidende politieke rol te hebben gespeeld aan uitbollen toe is. Mathias De Clercq (28) is al schepen in Gent en zetelt sinds 2007 als volksvertegenwoordiger in de Kamer. Jean-Jacques De Gucht (25) is senator en lijsttrekker voor Oost-Vlaanderen. Zijn boezemvriend Philippe De Backer (30), telg uit een liberale familie uit Kapellen, is eerste opvolger voor de komende Europese verkiezingen en staat binnen de liberale partij bekend als een nieuw talent.

Dat ‘generationeel liberalisme’ kenmerkte ook die andere grote ‘Sturm und Drang’-generatie, die van Guy Verhofstadt (zoon van het hoofd van de juridische dienst van de liberale vakbond ACLVB), van Patrick Dewael, (wiens grootvader Arthur Vanderpoorten bij de Duitse inval in 1940 minister van Binnenlandse Zaken was en wiens oom Herman Vanderpoorten minister van Justitie

Meestal levert dat ‘zonen en dochters’-fenomeen denigrerende commentaar op. Toch is er ook minstens één voordeel. Jean-Jacques De Gucht is nooit liberaal moeten worden. Hij is het altijd geweest en de kans is zeer groot dat hij het altijd zal blijven. Dat verschilt bijvoorbeeld van mensen die op een bepaald ogenblik in hun leven het socialisme ontdekten, zoals Karel Van Miert, maar het nadien ook weer achter zich lieten. En de ene zoon is de andere niet: “Zijn broer Frédéric past voor de politiek. Ook dat is een bewuste keuze: ‘Ik wil niet mijn hele leven door het publiek gecontroleerd en nu zelfs bespied worden, en dat voor een loon dat niet eens zo hoog is als dat van een goede loodgieter.’ Wat niet belet dat hij de organisatie van de campagne van Jean-Jacques mee stuurt. Frédéric heeft het logistieke deel naar zich toe getrokken, zodat Jean-Jacques zijn handen vrij heeft.”

In 2007 leidde die gezamenlijke inspanning tot onverhoopt resultaat. Toen De Gucht junior in zijn eerste campagne dook, was het direct prijs. Jean-Jacques De Gucht: “Ik wilde vooral een goed resultaat(lachje) En omdat ik toen vaak in Brussel logeerde, heeft Guy Vanhengel me ontzettend geholpen. Dat is een van de intelligentste politici die ik ken. Als geen ander herkent hij grote lijnen. En er is dat ‘oeil malin’ van hem: hij beheerst alle trucs en kneepjes en doorziet veel valstrikken.”

Vanhengel, Brussels minister en als vader van Jean-Jacques’ vriendin Eva niet-officieel ‘schoonvader’, zelf wimpelt die lof van zijn ‘schoonzoon’ nederig af. “Ik heb die jongen absoluut(roept prompt) ‘Ha madammeke! Hoe gaat het?’ En hij was zo vertrokken. Op een dag wilde een vrouwtje geen folder aannemen. Ze moest dringend naar huis, haar boodschappentas was zwaar, enzovoort. Jean-Jacques loopt een heel eind met haar mee, mag uiteindelijk haar tas dragen, vergezelt haar bijna tot haar voordeur. En is zijn foldertje dus kwijtgeraakt. Die jongen heeft natuurlijke charme.”

Zeg dat wel. Blauwe ogen, blond, een meter negentig, waardoor de uitdrukking ‘de kleine De Gucht’ nogal misleidend is. (Met een grijns: “Dat is ook de reden waarom mijn vader en ik nooit samen rechtstaand gefotografeerd mogen worden”). Schijnbaar achteloos is hij perfect stijlvol gekleed. En met zijn looks van eigentijdse ‘mod’ zou dat heerlijke nummer van de Kinks hem op het lijf geschreven kunnen zijn: ‘A dedicated Follower of Fashion’. Karel De Gucht: “In dat opzicht is Jean-Jacques genetisch besmet. Zowel Mireille als ikzelf houden enorm veel van stijl, design en inrichting.” Vanhengel maakte het op campagne mee: Jean-Jacques De Gucht als een nieuwe Bert Anciaux. In zijn gloriedagen, tweede helft van de jaren negentig, kreeg Anciaux alleen door er te zijn alle bakvissen achter zich aan, sommige in zwijmelende, andere in kirrende toestand. Vanhengel: “Jean-Jacques doet nog beter. Die appelleert aan vrouwen uit álle leeftijdscategorieën

Het resultaat was er naar: 66.950 voorkeurstemmen. Een snaak die op de tiende plaats staat, springt over talloze oudere, meer ervaren en zogezegd bekendere koppen. Bij Open Vld vallen de monden open. Bij De Gucht

‘Back to the roots’

Maar zoveel voorkeurstemmen

En ook: ongeduld te over. Die dadendrang doet zich intern al voelen, op het partijbureau. Oude rot Guy Vanhengel ziet het geamuseerd aan: “Die jonge mannen laten zich niet doen, hé. Je kent zo’n partijbureau wel. Dat zit vol politici die het klappen van de zweep kennen, geneigd zijn in te stemmen met een pragmatische oplossing voor problemen die zich stellen en zich ook wel verkneukelen in de politique politicienne. Maar nu zitten er sinds kort zo’n aantal jong ketten en die mannen pakken het anders aan. Ideologischer vooral. ‘Hola, stemt dit of dat wel overeen met onze liberale principes?’ Een Philippe De Backer neemt dan het woord, en binnen vijf minuten speelt hij één-twee met Jean-Jacques De Gucht, die overneemt en de stelling van De Backer nog verder onderstreept. En dan kunnen de ouderen zich natuurlijk niet zomaar laten wegspelen en zit het spel op de wagen. Discussie! Debat! (schaterlach)”

De nieuwe generatie is trouwens liberaler dan de oude. Philippe De Backer heeft het over “back to the roots”. Vandaar de nood aan een “ideologisch congres”. De Gucht zelf heeft het over “Open Vld als liberale partij”. Dat is een interessante verschuiving, want toen hij in jaren negentig partijwoordvoerder was, moest Vanhengel het verschil tussen de oude PVV en de nieuwe VLD aan heel Vlaanderen uitleggen: “De PVV was een liberale partij. De VLD bestaat uit liberalen en andere democraten. De liberalen zijn weliswaar de grootste en bepalende fractie, maar niet iedereen is liberaal, en niet alle standpunten zijn liberaal tout court. In ethische kwesties mag bijvoorbeeld ieder zijn eigen geweten volgen.” De Backer, De Gucht en co. corrigeren: “Het zal in het verleden wel een juiste keuze zijn geweest om te verbreden. Maar nu moeten we opnieuw

Terzijde: die liberale en vrijzinnige oriëntatie betekent (nog) niet dat de zonen De Gucht ook al lid van de loge zijn, zoals hun vader. Karel De Gucht: “Frédéric en Jean-Jacques zijn nog geen vrijmetselaars. Ik zelf werd logebroeder op mijn 28ste. Die zullen daar alletwee vroeg of laat wel in terechtkomen, op een normale manier.”

Maar al die nevenactiviteiten zijn zorgen voor later. Nu primeert de verkiezing voor het Vlaams Parlement.&punctSpace;En daarin werd Jean-Jacques De Gucht dus lijsttrekker, al op zijn 25ste. Karel De Gucht draait niet rond de pot: “Er is inderdaad een probleem van rekrutering en dat stelt zich in alle politieke partijen. We moeten ons daar eens ernstig vragen over stellen. Want de vraag is natuurlijkbruispastille. Dat er meer zonen en dochters zo vroeg zo hoog op de lijst komen, is één van de bijwerkingen van dit systeem. Het is helemaal niet zo dat hun ouders ze pushen. Neem Freya Van den Bossche. Denk je echt dat het de verschroeiende ambitie van Luc Van den Bossche was om zijn dochter zo jong zo prominent uitgespeeld te zien in de politiek? Veeleer integendeel.”

Maar waarom moest De Gucht junior dan zo nodig op die eerste plaats staan. “Omdat ik gevraagd ben”, zegt Jean-Jacques De Gucht, “en niet door mijn vader.&punctSpace;Ik heb er lang over nagedacht, en uiteindelijk toegestemd

En dus moest Fientje Moerman wijken, ook al had die ambitie. Hoewel een aantal Open Vld-afdelingen Moerman steunde namen andere liberalen haar haar demarche om publiek een robbertje te vechten met de De Guchts best kwalijk – en die onvrede is een stuk breder dan de clan-De Gucht. Ze versterkt namelijk het imago van Jean-Jacques De Gucht als ‘fils à papa’. Misschien was Moerman nog altijd niet vergeten dat vader De Gucht haar in de december 2007 via een omweg probeerde te overhalen om te verzaken aan haar positie van opvolger in het Vlaams Parlement (wat ze niet deed, tot ieders verrassing en waardoor ze begin 2008 opnieuw Vlaams volksvertegenwoordiger werd). Maar Moerman is nu eenmaal niet onbesproken en Open Vld kroop vorige week pas door het oog van de naald toen bekend werd dat er een gerechtelijk onderzoek geopend is tegen haar. Nu is dat een banaal nieuwsbericht, maar indien Moerman lijsttrekker in Oost-Vlaanderen was geweest had de politiek er wéér een ‘schandaal’ bij.

“De lijstvorming met Jean-Jacques als nummer één voor 7 juni had als bijkomend voordeel dat de ‘nieuwe garde’ in verstandige slagorde wordt opgesteld. Mathias De Clercq blijft immers de nieuwe liberale hoop voor de Kamer. Jean-Jacques De Gucht verkast naar Vlaanderen. Zo lopen ze elkaar niet voor de voeten en dreigt er geen broederstrijd. Want Oost-Vlaanderen heeft traditioneel twee kopmannen: een van Gent, één van het zuiden. Zo stond Gentenaar Willy De Clercq schouder aan schouder met Herman De Croo uit Brakel en zochten later Guy Verhofstadt (Gent) en Karel De Gucht (Berlare) samen hun plaats, zij het soms rug tegen rug. En is het nu en zeker straks aan Matthias De Clercq, weerom Gent, en Jean-Jacques De Gucht, verhuisd naar Aalst. De Gucht is de biologische zoon van zijn vader, De Clercq heet de geestelijke zoon van Verhofstadt. Liggen daar al de kiemen van een rivaliteit over de generaties heen? De betrokkenen zelf zeggen van niet.

Minister van Cultuur

Maar de ene stap roept automatisch een andere op. Stel dat de Gucht jr. niet 25 was, maar 55. Dat hij ook lijsttrekkerstronghold van het liberalisme benoorden de taalgrens. Dat én zijn lijst een puike uitslag haalt, én ook hijzelf. Dat Open Vld mee aan tafel zit bij de regeringsonderhandelingen. Dan zou het niet meer dan logisch zijn dat de nummer één van het sterkste blok kandidaat-minister is. Dat is dan ook het gerucht dat circuleert over Jean-Jacques De Gucht: dat hij interesse heeft om minister van Cultuur te worden. De meningen zijn verdeeld, ook bij ‘de zijnen’. Hijzelf: “Dat zien we wel.&punctSpace;Als de vraag komt, zullen we die beantwoorden.” ‘Schoonvader’ Vanhengel: “Dat zou ik zeer afraden. Zéér. Er zijn te veel voorbeelden van beloftevolle politici die te vroeg en te snel opgebrand geraken. Politiek is toch meer dan alleen maar een snelheidsrace richting regering?” Vriend De Backer: “We hebben er al vaak over gepraat: wanneer ben je klaar voor dit of voor dat. Dat hangt van zoveel factoren af. Maar waarom zou Jean-Jacques minister moeten worden? Waarom zou hij er niet voor kiezen om zijn nieuwe functie van Vlaams parlementslid te combineren met het ambt van ‘gemeenschapssenator’ (die worden aangeduid uit de Vlaamse Parlementsleden, WP). Dan kan hij zijn liefde voor cultuur combineren met zijn interesse in ethische thema’s.” Vader De Gucht: “Ach, het is moeilijker voor Jean-Jacques om die campagne tot een goed einde te brengen. Geen gaffen slaan, overeind blijven, dat vereist meer politieke feeling en talent dan minister spelen in een portefeuille die hem van nature ligt en waar je omringd bent door een goed kabinet.”

En zo staat Jean-Jacques De Gucht nu al voor de grootste uitdaging uit zijn jonge leven. Als hij twee keer ‘scoort’ in drie jaar tijd hoort hij echt bij de partijtop. Dan is ook voor Open Vld het proces van ‘de wissel van de generaties’ definitief ingezet. Als hij blijft hangen, zal ‘de tussengeneratie’ – Dirk Van Mechelen, Marino Keulen – zijn plaats moeten / willen consolideren. En intussen is het keihard werken en zenuwen en onzekerheid bedwingen. In dat nieuwe huis in Aalst dat Jean-Jacques De Gucht en Eva Vanhengel aan het inrichten zijn.&punctSpace;Maar ook in de ouderlijke woonst in Berlare. Karel De Gucht: “Ik kan beter om met kritiek op mezelf dan op mijn zoon. Ik kan ook goed om met een verkiezingsnederlaag van mezelf. Ja bon, dan is dat maar zo. Maar met Jean-Jacques is dat anders. Ik verdraag kritiek op hem minder, ik zou een slechte verkiezing moeilijker kunnen verteren. Dat is zo tussen een ouder en zijn kind. De tweede vrouw van mijn grootvader zei altijd: ‘Bloed trekt’. Zo is dat. Je kunt daar niets aan doe: het is sterker dan jezelf.”

Vader Karel De Gucht:

Ach, het is moeilijker voor Jean-Jacques om de campagne tot een goed einde te brengen. Dat vereist meer politieke feeling en talent dan cultuurminister spelen, een portefeuille die hem van nature ligt

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Corona: overzicht steunmaatregelen voor zelfstandigen en ondernemers

Algemeen

Open VLD duwt door in zwembaddossier